Overhemden en andere kledingstukken.

 

Een overhemd heet overhemd omdat het over een hemd gedragen wordt, niet omdat het over een hemd gaat. Als er geen hemd onder gedragen wordt, tegenwoordig niet ongebruikelijk, blijft het toch een overhemd. Dan wordt het woord overhemd oneigenlijk gebruikt. Analoog hieraan zou het overhemd dan overlijf moeten heten. Doet me denken aan bovenlijf, vervolgens aan onderlijf dat als verkleinwoord onderlijfje heeft. Hierbij moet je niet denken aan een minuscuul onderlijf maar merkwaardigerwijs aan een kledingstuk. Nog gekker wordt het als je weet dat een onderlijfje over het bovenlijf gedragen werd. Waarom heet het dan geen overlijfje? Het was ooit een stukje dameslingerie dat onder het bovenstuk van een jurk, lijfje genaamd, gedragen werd,vandaar. Over dat onderlijfje doet een pikant mopje de ronde, maar dat doet nu niet terzake. Een eveneens antiek stuk ondergoed is de borstrok. Een rok die over de borst gedragen wordt? Lijkt vreemd. Een rok met de band net onder de oksels? En hoe lang was die rok dan? Tot aan de broekband of net boven de navel? In ieder geval een stuk warme wollen onderkleding van het kriebelende soort. En wat te denken van een hansop, een zeer onaangenaam kledingstuk. dat wat vormgeving het meest op een overall leek en helaas in mijn jeugdjaren nog niet uitgestorven was. Een kriebelig kreng van een ding dat praktisch over het blote lijf gedragen werd. Het was aan de achterkant voorzien van een rechthoekige klep met knopen voor de grote en aan de voorkant met een spleet voor de kleine boodschap. De naam is niet afgeleid van “hands up”maar is een verbastering van “hansworst”. Zo voelde ik me ook als ik het in het koude jaargetijde moest dragen. Het was één van de weinige onaangenaamheden als we in het winterseizoen naar IJmuiden gingen. Bij die gelegenheden werd er ook nog ter isolatie een krant onder mijn blouse gestopt. De neefjes vonden het hoogst merkwaardig als er bij aankomst een pak papier onder mijn kleren vandaan kwam. Maar ja, moeders wil was wet en daar was niks tegen te doen. Ik wil het ook nog even hebben over het woord “broek”.Het is niet alleen een kledingstuk maar “broek” betekent ook laaggelegen land dat nat blijft door opwellend grondwater. Zou daarom het kledingstuk “broek” die naam gekregen hebben ? Zou kunnen. Nog even over broeken, in het bijzonder onderbroeken.Vorm, afmeting en ook benaming zijn sinds mijn jeugd sterk gewijzigd. Ik zie ze in mijn gedachten nog aan de drooglijn hangen, de klepbroeken uit grootmoeders tijd, met wapperende bandjes waarmee de pijpen onder de knie dichtgebonden werden. De klep had dezelfde functie als die bij het hansop. De klepbroek werd opgevolgd door de wat kleinere directoire. Oorspronkelijk de naam van het vijfkoppige bestuur van Frankrijk ten tijde van de franse revolutie. Een kunst- en mode stroming uit die tijd werd de directoire-stijl genoemd en werd de naam “directoire” verbonden aan een damesbroekje met pijpjes die met elastiek gesloten waren. Het is grappig dat het door mannen gevormde bestuursorgaan “directoire”onzijdig is en het damesbroekje als mannelijk woord te boek staat. Ook dit kledingstuk onderging ingrijpende veranderingen, echter met behoud van de instapopening en de gaten om de ledematen door te steken. Eigenlijk zijn het slechts die openingen die resten van wat eens “directoire” heette, slechts bijeen gehouden door miniscule stukjes stof die, afhankelijk van hoever men de minimalisering doorvoert namen gaf als slipje, hipster, string of boxer. Vroeger hadden we een hond, dat was een boxer. Die leek er van geen kanten op. Uit de hoeveelheid stof, nodig voor de klepbroek aan de waslijn zou je voor een heel dorp strings kunnen maken, zeker als je bedenkt dat de dikte van de stof ook tot een minimum gereduceerd is. Deze wat bizarre ontwikkeling heeft vast te maken met de moderne verwarming van onze huizen waar het overal behaaglijk is. Wat te doen als we straks allemaal wat zuiniger met energie moeten omgaan? Heel eenvoudig, bij koud weer kan je het al waarnemen, het gemoderniseerde lang-wit van onze opa’s, nu leggings genoemd, in alle mogelijke kleuren. Nog één kledingstuk waar ik niet goed weg mee weet. Wordt door baby’s gedragen. Ik bedoel het wonderlijke woord “rompertje”.

Dat het achtervoegsel “tje”er aangeplakt is begrijp ik, tenslotte is het een klein kledingstukje. Maar als je dat weglaat, wat houd je dan over? Het woord romper. Dat doet denken aan de vergrotende trap van romp, de overtreffende trap zou dan “rompst”zijn. Onzin natuurlijk want stellende, vergrotende en overtreffende trap is voorbehouden aan bijvoeglijke naamwoorden. Het blijft dan ook voor mij een onbegrijpelijk verzinsel. Namen van kledingstukken, je kan er van alles bij verzinnen

K.J.Weijnman 5 decmber 2009.